Nieuws

Werken aan een hoge kVEM benutting is interessant

Gepubliceerd op
4 november 2021

Gemiddeld kunnen bedrijven met minder dan 12.500 kg melk/ha het gehele rantsoen voor de melkkoeien en het jongvee zelf telen. Tussen bedrijven zitten in de praktijk grote verschillen in de mate waarin het voer van het eigen land wordt benut. Hoe hoger de kVEM-benutting, hoe beter de bedrijven economisch draaien. Hoe zorg je voor een optimale kVEM-benutting op jouw bedrijf?

Grasmat analyseren en optimaliseren

Bedrijven met een hoge kVEM benutting zetten veel eigen voer om in melk(opbrengst). Dit komt ten gunste van de mineralenbenutting op het bedrijf. De droge stofopbrengst is een onderdeel van de KVEM-benutting. In de Kringloopwijzer wordt de droge stofopbrengst per hectare over het gehele bedrijf weergegeven. Om dit te mineralenbenutting te verhogen is het belangrijk om dit getal op perceelsniveau te analyseren. Analyseer de percelen en kijk welk percelen achterblijven in productie. Ga het veld in en kijk welke grassen er staan, of er verdichting is opgetreden en of de ontwatering optimaal is. Analyseer ook de beweidingsstrategie. Door hier gericht mee aan de slag te gaan ontdek je op welke percelen nog een verbeterslag te maken valt door bijv. graslandvernieuwing, doorzaaien of bodemverbetering.   

Optimale benutting van gewonnen voer

De volgende stap is te zorgen voor een goede kVEM-benutting van het gewonnen voer, met andere woorden: hoe zorg ik ervoor dat mijn veestapel het gewonnen ruwvoer efficiënt omzet in melk.

Een belangrijke “stoorzender” hierin is op veel bedrijven het overtollige jongvee. Dit jongvee vreet voer en produceert mest, maar maakt er geen melk van. Daarnaast is het van belang of te kijken in hoeverre het gewonnen voer past in het rantsoen. Als de kwaliteit van het geoogste ruwvoer goed past in het rantsoen zal er minder of geen compensatievoer in vorm van aangekochte producten nodig zijn. Zo is het wenselijk te sturen op een laag RE-gehalte in het kuilgras op bedrijven waar weinig snijmais wordt gevoerd. Hier kun je al rekening mee houden tijdens de bemesting.  

Voorkom broei in de kuil

Een kuil zonder broei draagt bij aan een optimale kVEM-benutting op bedrijfsniveau. Broei zorgt voor een belangrijk verlies van de voederwaarde van het gewonnen voer. In het jaar 2021 waarin de ruwvoervoorraden stijgen, komt de opslag van het ruwvoer op sommige bedrijven in de knel. Waar er door de jaren heen is geïnvesteerd in extra plaatsen voor dieren, is op veel bedrijven de opslag voor het ruwvoer niet evenredig meegegroeid. Als gevolg hiervan vindt er veel verlies plaats doordat er vaak  broei ontstaat in het bovenste deel/zijkanten van de kuil. In de praktijk komt dit voer vaak bij het jongvee of droge koeien terecht. Terwijl een goed rantsoen voor deze diergroepen ook essentieel is. Kijk kritisch naar het inkuilproces. Neem de juiste maatregelen:

  • Zorg voor zand op de kuil;
  • Rijd de kuil goed vast met een extra trekker of shovel;
  • Zorg voor voldoende voerplaten/sleufsilo’s die passen bij de voersnelheid.

Alleen op  deze manier kun je stappen zetten om het kostbare en hoogwaardige ruwvoer tot waarde te brengen op het bedrijf.

Over de KringloopWijzer

De KringloopWijzer geeft de melkveehouder inzicht in zijn milieu- en klimaatprestaties op zijn bedrijf, waardoor hij/zij nog beter kan sturen op de benutting van mineralen. De rekenregels van deze tool zijn wetenschappelijk onderbouwd en de ontwikkeling ervan wordt gefinancierd door het ministerie van LNV en ZuivelNL. Het beheer van de Centrale Database van de KringloopWijzer ligt bij ZuivelNL