Nieuws
Vanggewas na maïs: verplichting of ook voordeel?
Op zandgrond en lössgrond is het inzaaien van een vanggewas na maïs verplicht. Dit kan al gelijktijdig met de teelt van maïs, maar als dat niet gebeurd is, moet dat op deze gronden zo snel mogelijk na de oogst van maïs gebeuren.
Behalve voor zand en löss kan het telen van een vanggewas ook op andere grondsoorten voordelen opleveren. Hieronder een overzicht van voordelen die voor iedere grondsoort in meer of mindere mate van toepassing zijn:
- Door het inzaaien van een vanggewas wordt de stikstof die na de maïsoogst achterblijft in de grond benut voor de groei van een gewas dat het volgend jaar kan worden benut als bemesting of voedermiddel.
- Een vanggewas voorkomt dat stikstof uit de bodem uitspoelt en leidt daarmee tot een betere benutting van stikstof op bedrijfsniveau en lagere kosten voor kunstmest.
- Bij de teelt van bepaalde graanrassen zoals wintertarwe, winterrogge en wintergerst is het mogelijk om deze wat later te zaaien dan bijvoorbeeld gras als vanggewas. De uiterlijke zaaidatum bij deze graangewassen is 31 oktober, terwijl gras al op 1 oktober ingezaaid moet zijn. Op zand- en lössgronden moet dit graangewas het jaar erop wel als hoofdgewas geteeld worden en mag er geen maïs meer op deze grond worden geteeld.
- Een vanggewas helpt om de structuur van de grond te verbeteren en zorgt voor de opbouw van meer organische stof in de bodem.
- Een vanggewas moet tenminste tot 1 februari op het land staan voordat je het mag onderwerken. Je kunt het gewas ook door laten groeien en in april een snede gras oogsten. Dit levert extra gewasopbrengst op voordat de grond wordt ondergewerkt. Een vanggewas draagt op deze manier bij aan het verhogen van de eiwitproductie van eigen grond.
Over de KringloopWijzer
De KringloopWijzer geeft de melkveehouder inzicht in zijn milieu- en klimaatprestaties op zijn bedrijf, waardoor hij/zij nog beter kan sturen op de benutting van mineralen. De rekenregels van deze tool zijn wetenschappelijk onderbouwd en de ontwikkeling ervan wordt gefinancierd door het ministerie van LNV en ZuivelNL. Het beheer van de Centrale Database van de KringloopWijzer ligt bij ZuivelNL