category_news
Stel bouwplan op en heb aandacht voor bodemkwaliteit
Dit weer nodigt uit om binnen te blijven: een uitgelezen moment om alvast na te denken over je bouwplan. Want voordat je gaat nadenken over de bemesting, is het goed om te weten welke gewassen je waar gaat telen. Stel een plan op dat past bij jouw bedrijfsintensiteit en wees daarbij zuinig op de bodem, waarbij de focus ligt op gezond bodemleven.
Intensiteit
Intensiteit speelt hierbij een belangrijke rol. Ben je namelijk intensief, dan kun je er beter voor kiezen om zelf vooral gras(klaver) te verbouwen en energie aan te kopen. Goede mais is vaak wel te koop, maar goede kwaliteit gras niet. Door dit zelf te verbouwen, heb je regie op de kwaliteit, verhoog je je aandeel eiwit van eigen land en bouw je organische stof op in je bodem. Bovendien heb je bij weidegang geen last van bouwland op je huiskavel.
Extensief
Ben je extensief, dan heb je meer ruimte om andere gewassen te verbouwen naast gras, zoals mais, graan of voederbieten. Op die manier kun je je toch al dure land tot waarde brengen door zelf een energiegewas te telen en op de aankoop van krachtvoer te besparen. Tot zover is dit niks nieuws. Het is vooral de kunst om dit te doen op een manier dat je bodemkwaliteit er niet onder lijdt. Een weerbare vitale bodem is namelijk de basis voor een goede kringloop(wijzer). Maar in de praktijk zien we vaak dat er op die ene veldkavel toch al jaren na elkaar snijmais geteeld wordt, omdat dit zo praktisch is. Met een daling van bodemkwaliteit en opbrengst als gevolg.
Organische stof
Goede bodemkwaliteit begint bij het in stand houden of laten stijgen van het percentage organische stof en het stimuleren van het bodemleven om dit om te zetten in humus. Humus zorgt namelijk voor het vasthouden van water, mineralen en een gunstige omgeving voor wortels en bodemleven. Een randvoorwaarde hiervoor is een goede structuur. De teelt van voederbieten is daarom beter te mijden, omdat er nog laat in het jaar met zware machines gereden moet worden en er in de grond gewerkt wordt. Een bovengronds gewas heeft de voorkeur.
De teelt van granen geeft weliswaar een lage opbrengst, maar het stro kan gebruikt worden als strooisel en vervolgens als bodemverbeteraar dienen op gras- en bouwland. Daarnaast vindt de oogst al vroeg plaats, waardoor er nog een breed scala aan groenbemesters gezaaid kan worden, liever nog een mengsel. Een andere optie is CCM of MKS. In vergelijking met snijmais, is de energiebron geconcentreerder, dus kan een koe meer gras opnemen en spaar je krachtvoer uit. De plant is bovendien een mooie bron van organische stof.
Wil je toch snijmais telen? Zorg dan dat je de afvoer van organische stof zo goed mogelijk compenseert met bijvoorbeeld compost in het najaar en stromest in het voorjaar. En kies altijd voor een vroeg ras, zodat je in het najaar de groenbemester nog genoeg gelegenheid geeft zich te ontwikkelen voor de winter. Pas bovendien waar mogelijk vruchtwisseling toe met grasklaver en eventueel kruiden, omdat dat goed groeit op oud bouwland en snel veel organische stof opbouwt.
Bodemleven voeden
Houd dus kort samengevat, als je je bodemleven wil voeden, in je rotatie altijd de ‘koolstof schijf van vijf’ in je achterhoofd: wortelexudaten, gewasresten, groenbemesters, dierlijke mest en compost. En steek voor je een grondbewerking uit gaat voeren altijd eerst een schop in de grond om te kijken hoe diep je moet werken. Want als de huisvesting en het rantsoen in orde is, doet het bodemleven de rest!
Over de KringloopWijzer
De KringloopWijzer geeft de melkveehouder inzicht in zijn milieu- en klimaatprestaties op zijn bedrijf, waardoor hij/zij nog beter kan sturen op de benutting van mineralen. De rekenregels van deze tool zijn wetenschappelijk onderbouwd en de ontwikkeling ervan wordt gefinancierd door het ministerie van LNV en ZuivelNL. Het beheer van de Centrale Database van de KringloopWijzer ligt bij ZuivelNL