category_news
Investeren in mestopslag is investeren in grasopbrengst
Met het afschaffen van de derogatie en de bijbehorende reductie van 20 procent in stikstofgebruik vanaf 2026 in de nutriënt verontreinigde gebieden, zal de totale stikstofbemesting op grasland met ongeveer 80 kg per hectare per jaar verminderen. Niets doen zal leiden tot een flinke daling van opbrengst in kg droge stof en het ruw eiwitgehalte.
Een goed bemestingsplan (verdeling van mest en kunstmest), meer vlinderbloemigen, minder mest naar maisland en meer mest aanwenden in het voorjaar, zijn de belangrijkste tactieken om dit op te vangen en de grasopbrengst enigszins in stand te houden.
Vooral voldoende mestopslag is daarbij van groot belang. Dit zorgt ervoor dat er op het juiste moment voldoende mest beschikbaar is voor zowel de voorjaarsbemesting van gras- als maisland als voor het uitvoeren van de verplichte mestafvoer. De kosten zijn dan het laagst en de akkerbouw kan dan de mest rechtstreeks plaatsen.
Op grasland is het vooral van belang de mest in het voorjaar toe te dienen. Hoe later in het seizoen de mest wordt toegediend hoe lager de stikstofwerking. Rundveemest bevat ongeveer 4 kg stikstof: 2 kg in minerale vorm, die snel beschikbaar is en 2 kg in organische vorm. Bij voorjaarstoediening zal meer dan 75% van de minerale stikstof in datzelfde voorjaar beschikbaar komen voor het gras. Het organische deel van de stikstof vertoont een soort slow-release gedrag, het moet eerst afgebroken worden door het bodemleven en komt verspreid over het hele groeiseizoen beschikbaar.
In bovenstaande tabel wordt duidelijk dat voor de in februari toegediende mest elke maand een deel van de organische stikstof beschikbaar komt: 2,4% in februari, 3,3% in maart, 4,6% in april, 6,4% in mei en zo verder in oktober. In totaal komt in dat jaar 45% van de organisch gebonden stikstof beschikbaar voor het gras. Heel anders is dat voor het in augustus toegediende mest, waarbij slechts 23,6% beschikbaar komt, ongeveer de helft van wat in februari beschikbaar is. Bij een optimale toediening van drijfmest komtl 60% van de totale stikstof in dat jaar beschikbaar. Daarnaast wordt een deel toegevoegd aan de bodemvoorraad en komt latere jaren beschikbaar. Bij laat toegediende mest komt veel minder beschikbaar, wat leidt tot meer verlies.
Zorg voor voldoende mestopslag
Om een goede stikstofbenutting te realiseren is voldoende mestopslag nodig. Met het afschaffen van de derogatie, mag bij 4 kg stikstof per kuub en zonder weidegang, nog 42 kuub mest per ha gegeven worden. Bij 720 uur weidegang is dat nog 38 kuub en bij 2000 uur weidegang nog 32 kuub. Het advies is om deze mest voorafgaand aan de eerste twee snedes toe te dienen. In dezelfde periode wordt ook het maisland bemest en vindt het leeuwendeel van de mestafzet plaats, wat over het algemeen de laagste kosten per kuub betekent. Mestopslag voor 10 tot 12 maanden is daarom geen overbodige luxe!
Over de KringloopWijzer
De KringloopWijzer geeft de melkveehouder inzicht in zijn milieu- en klimaatprestaties op zijn bedrijf, waardoor hij/zij nog beter kan sturen op de benutting van mineralen. De rekenregels van deze tool zijn wetenschappelijk onderbouwd en de ontwikkeling ervan wordt gefinancierd door het ministerie van LNV en ZuivelNL. Het beheer van de Centrale Database van de KringloopWijzer ligt bij ZuivelNL