Nieuws

Grote stap in reductie ammoniakemissie bij De Marke: 57% minder uitstoot in vijf jaar

Gepubliceerd op
21 mei 2025

De afgelopen vijf jaar realiseerde Agro-innovatiecentrum De Marke een indrukwekkende reductie van ammoniakemissie in de stal. Door uitsluitend aanpassingen in het rantsoen en vloermanagement toe te passen, verlaagde de uitstoot van ammoniak met maar liefst 6,5 kg per dierplaats per jaar, van 11,5 naar 5,0, — een afname van circa 57%. Zonder gebruik te maken van technische of dure emissiereducerende systemen, laat De Marke zien dat structurele verbeteringen in het management van voer en mest volwaardige alternatieven zijn voor technische maatregelen. In dit artikel wordt de onderliggende kennis achter ammoniakvorming toegelicht en worden de praktische maatregelen beschreven die tot dit resultaat hebben geleid.

Figuur 1. Ammoniakemissie per dierplaats in 2020 en 2024
Figuur 1. Ammoniakemissie per dierplaats in 2020 en 2024

Achtergrond

Ureum, een restproduct van het eiwitmetabolisme van het dier, wordt door melkkoeien uitgescheiden via melk en urine. Ureum in urine wordt snel omgezet in ammoniak door het enzym urease, dat overvloedig aanwezig is in mest. Zodra urine op mestbesmeurde oppervlakken terechtkomt, start deze omzetting direct. Een deel van de gevormde ammoniak vervluchtigt naar de lucht, vooral in een open stal met ventilatie. Door luchtstroming blijft er emissie plaatsvinden. In gesloten situaties, zoals afgedekte mestsilo’s, stopt de emissie zodra een evenwicht is bereikt. Maatregelen om ammoniakemissie te beperken richten zich op het beïnvloeden van dit evenwicht, door factoren als concentratie, temperatuur, ventilatie en contactoppervlak te sturen.

Praktische tips voor minder ammoniakemissie in de stal

  • Houd de vloer schoon van mest en urine: Ammoniak ontstaat zodra urine in contact komt met mest op de (rooster)vloer. Dit gebeurt vrijwel direct. Regelmatig schoonhouden voorkomt deze reactie en verlaagt de emissie.
  • Zorg voor een goed functionerende mestschuif: Laat de mestschuif minimaal één keer per uur schuiven. Zo wordt mest en urine snel afgevoerd en hebben micro-organismen minder tijd om ureum om te zetten in ammoniak.
  • Sproei water op de vloer: Het besproeien van het roosteroppervlak met water verdunt de urine, verlaagt hierdoor de concentratie ureum en zorgt ervoor dat de vloer schoner is wat resulteert in lagere aanwezigheid van het enzym urease. Hierdoor krijgen micro-organismen, die ureum omzetten naar ammoniak, minder de kans en kun je de ammoniakemissie in de stal verlagen. De maatregel sproeien is in de zomermaanden beter toepasbaar dan in de wintermaanden, omdat er aanzienlijk meer mestopslag nodig is in de winter. De maatregel sproeien kan tot wel 40% reductie opleveren.
  • Beperk overmatige ventilatie: Vervluchtiging van stikstof als ammoniak treedt op wanneer mest in contact komt met ‘verse’ lucht en dit dient dus zoveel mogelijk voorkomen te worden. Elke reductie van 1.000 m³ ventilatie vermindert in de winter 2,3 kg ammoniak en in de zomer 1,0 kg ammoniak per dierplaats/jaar. In de maanden oktober tot en met april wordt het daarom aangeraden om met name s’ avonds overmatige ventilatie te voorkomen door de gordijnen dichter te draaien omdat in deze maanden er een groot temperatuurverschil zit tussen dag en nacht. Temperatuurverschil zorgt namelijk voor luchtverplaatsing doordat koude lucht een hoge dichtheid (zwaarder) heeft en hierdoor de warmere putlucht uit de kelder drukt. In onderstaande figuur is goed zichtbaar dat overmatig ventileren zorgt voor meer ammoniakemissie.
Figuur 2. Optimale CO2 concentratie per gegeven buitentemperatuur.
Figuur 2. Optimale CO2 concentratie per gegeven buitentemperatuur.
  • Beperk de temperatuur in de stal: Hoge temperaturen versnellen de omzetting van ureum naar ammoniak én de verdamping ervan. Tevens verhoogt temperatuur de microbiële activiteit en hiermee de omzetting van ureum naar ammoniak. Dakisolatie en waterverneveling kunnen helpen om de temperatuur te temperen en zo emissies te beperken.

Praktische tips voor ammoniakreductie via beweiding

  • Laat koeien vaker buiten grazen: In de wei komen urine en mest nauwelijks samen, waardoor er minder ammoniak ontstaat. Dit kan tot wel 0,9 kg NH₃-reductie per dierplaats per jaar opleveren.
  • Wees bewust van nadelen voor nutriëntenverliezen: Beweiding heeft wel een negatief effect op nutriëntmanagement, omdat de mest en urine relatief geconcentreerd toegediend worden. Urineplekken zorgen voor relatief hoge nitraatuitspoeling en uitstoot van lachgas, zeker wanneer de urineplekken elkaar overlappen.
  • Beperk beweiding tot specifieke dagdelen: Bij De Marke wordt zes uur per dag beweid dag van half maart tot eind augustus (drie uur ’s ochtends en drie uur ’s avonds), bij voorkeur rond zonsopkomst en zonsondergang wanneer koeien van nature grazen.

Tips voor ammoniakreductie via het rantsoen

  • Verlaag het ruw eiwitgehalte in het voer: Minder eiwit in het rantsoen betekent minder ureum in de urine, en dus minder ammoniakvorming. Elke gram minder ruw eiwit verlaagt de ammoniakemissie met ongeveer 1%. Streef naar een rantsoen met maximaal 15% ruw eiwit. Zie Figuur
  • Let op het ureumgehalte in de melk: Ureum in tankmelk is een goede indicator: hoe lager het ureum, hoe lager de ammoniakuitstoot. Dit helpt om het rantsoen beter af te stemmen. Zie figuur 3 voor het ureumgehalte bij De Marke in 2024 en 2025.
  • Balanceer energie en eiwit op pensniveau: Om het eiwit goed te benutten is het van belang om de hoeveelheid beschikbare eiwit en energie in de pens goed af te stemmen. Voer bij snel eiwit ook een snelle energiebron. Dit is de kracht van vers gras in het voorjaar, ondanks veel snel eiwit wordt het eiwit goed benut door het hoge aandeel suiker waardoor er goed gemolken kan worden met een laag ureum.
Figuur 3. Ureumgehalte in de melk in 2024 en 2025 bij De Marke.
Figuur 3. Ureumgehalte in de melk in 2024 en 2025 bij De Marke.