
Nieuws
'Geef boeren met mest de vrije hand'
Mineralenbeheer was altijd in de aandacht van Kees van Wijk in Waardenburg (Gld.). Hij was al deelnemer aan het project Praktijkcijfers dat destijds liep. Toen haalde hij uit de Delar-boekhouding (Deeladministratie Rundveehouderij) veel cijfers. Zijn deelname aan Koeien & Kansen was dan ook vooral uit nieuwsgierigheid geboren. “Ik heb altijd de hoop gehad dat de politiek dan ook luistert naar de resultaten van zulke projecten. Maar dat blijkt helaas lang niet altijd het geval.”
Dit zegt Kees van Wijk (72) in het weekblad Boerderij. De familie van Wijk neemt al 25 jaar deel aan het project Koeien & Kansen. Dit was voor Boerderij de aanleiding om vader en zoon Kees Jan (34) te interviewen.
Gelukkig is de invoering van de bedrijfsspecifieke excretie (BEX) wel gelukt. Maar met name de regelgeving van het gebruik van mest door de boeren is Van Wijk een doorn in het oog. Volgens hem is er aangetoond, zeker ook via project Koeien & Kansen, dat boeren met meer mestgebruik toch goed kunnen voldoen aan de vastgestelde milieunormen. “Wij hebben in de BES-pilot gemiddeld steeds tot circa 350 kilo stikstof uit dierlijke mest kunnen toepassen op basis van de fosfaatgebruiksnormen. En daarbij is de kwaliteit van het grondwater en het oppervlaktewater nooit verslechterd. Ook niet verbeterd trouwens, maar als je al aan de kwaliteitsnormen voldoet, is dat ook geen doel.”
Kunstmestloos boeren
Van Wijk benadrukt dat hij absoluut tegen verboden en geboden is, maar van hem mag de politiek 9 maanden opslag van mest wel verplichten. Mits de boeren dan wel de vrije hand krijgen om zelf te bepalen waar, wanneer en hoeveel mest ze dan willen uitrijden. “Boeren weten heel goed wat zinvol is, wat werkt en wat niet werkt. Ik ben ervan overtuigd dat het mestprobleem dan binnen no-time is opgelost. Ik zou best kunstmestloos willen boeren onder voorgenoemde condities.”

Investeren in renure
Nu de derogatie verdwijnt, heeft het bedrijf ervoor gekozen om via renure meer eigen mest te kunnen blijven plaatsen. De mest wordt bewerkt en ‘gestript’,zodat er een kunstmestvervanger overblijft die dan weer gebruikt mag worden. “Tenminste, dat is de verwachting. Het is toch te gek dat je als boer een grote investering moet doen, dat die trouwens ook zwaar gesubsidieerd wordt door de overheid, terwijl nog niet eens zeker is dat de politiek ook besluit om gebruik van kunstmestvervangers uit renure toe te staan? Het zou mooi zijn als er en duidelijk beleid wordt uitgezet voor de komende pakweg 15 jaar. Dan kun je als bedrijf reageren en acteren. Maar bij elk nieuw kabinet moet je maar afwachten of de plannen van het vorige overeind blijven of niet.”
Bron: Boerderij