Nieuws

Een goed idee voor ammoniakreductie en dan? Zo onderzoeken we ingediende ideeën

Gepubliceerd op
23 november 2022

Ineens heb je het: een idee om de ammoniakemissie tijdens bemesten terug te dringen. Maar hoe nu verder? Werkt jouw methode? Kun je een prototype uitwerken en hoeveel emissiereductie levert jouw idee op in de praktijk? Als je jouw idee indient bij Bemest op z’n Best helpen wij je verder. Onderzoeker Wim Bussink en Bert Ebbekink van machinebouwer Slootsmid geven een inkijkje in het onderzoeksproces.

Van idee naar werkend prototype

Wim Bussink is senior projectmanager bij het Nutriënten Management Instituut (NMI) en lid van de werkgroep Wetenschap & Meten van Bemest op z’n Best. Wim begeleidt idee-indieners door de onderzoeksfase en is zelf actief betrokken bij de metingen. “Als een ingediend idee past binnen de kaders van dit programma, helpen wij om het idee tot wasdom te brengen”, vertelt Wim. “De focus ligt op het bieden van ondersteuning bij het ontwikkelen van de techniek, het testen op werkresultaat in de praktijk en natuurlijk het vaststellen én optimaliseren van de emissiereductie”, legt hij uit. “We gaan eerst in gesprek met de idee-indiener om te inventariseren wat de status van het idee is. Is de beoogde techniek achter het idee al beschikbaar of moet het nog (deels) uitgewerkt worden? Zijn er al ammoniakmeetresultaten of is de techniek geheel nieuw? Afhankelijk van het stadium van de innovatie maken we samen met de indiener een plan van aanpak.”

Wim Bussink, senior projectmanager: “Als een ingediend idee past binnen de kaders van dit programma, helpen wij om het idee tot wasdom te brengen.”
Wim Bussink, senior projectmanager: “Als een ingediend idee past binnen de kaders van dit programma, helpen wij om het idee tot wasdom te brengen.”

Meststof optimaal benutten

Bert Ebbekink, eigenaar van Slootsmid B.V, is zo’n idee-indiener. Slootsmid Mesttechniek is ontstaan vanuit de mechanisatiewereld en is gespecialiseerd in het ontwikkelen, construeren en produceren van machines op het gebied van mestbehandeling en mestverwerking, in totaal werken bij Slootsmid 35 fulltime medewerkers. “Door de innovatieve, praktijkgerichte benadering van onze constructeurs vertalen we nieuwe ontwikkelingen steeds op de meest praktische manier naar de machines. Altijd vanuit de drive om mest zo goed mogelijk te benutten”, stelt Bert overtuigend. “Niet zo snel of goedkoop mogelijk de mest op het land uitrijden, maar zo goed mogelijk benutbaar voor het gewas, met zo min mogelijk verlies van kostbare meststoffen.” Slootsmid is daarin altijd innovatief bezig geweest. “Zo hebben we begin jaren ’90 de sleufkouter geïntroduceerd en dit principe werkt nu nog steeds”, vertelt hij trots. “Via brancheorganisaties Cumela en Fedecom werd ik gewezen op Bemest op z’n Best en ook Wim Bussink ken ik al langer vanuit eerdere onderzoekstrajecten.”

Wim Bussink
Het streven is altijd om met onze machines de mest zo goed mogelijk benutbaar voor het gewas toe te dienen op het land, met zo min mogelijk verlies van kostbare meststoffen.
Bert Ebbekink, Slootsmid

Onafhankelijke toets

Slootsmid zag nog kansen om de ammoniakemissie tijdens bemesting verder omlaag te brengen, dus dienden ze begin 2021 hun idee in. De motivatie om mee te doen is wat Bert betreft klip en klaar: “Je kan nog zo’n goed idee hebben, maar een onafhankelijke partij moet het toetsen. Je kan immers niet je eigen vlees keuren en bovendien kost het gigantisch veel geld om metingen in eigen beheer uit te laten voeren. De WUR en andere betrokken instanties hebben enorm veel kennis in huis en openen deuren die anders gesloten blijven. Een beoordeling van een gerenommeerd instituut als de WUR, draagt bij aan het toelaten van onze innovatie tot de markt. En dat is uiteindelijk het doel.”

Van het lab…

Na toelating van het idee ging de onderzoeksfase van start. “In een aantal sessies bespraken we de mogelijkheden die wij zagen en hoe we ons principe praktisch kunnen inpassen voor de boer”, vertelt Bert over de beginfase. “Het is fijn om te merken dat de onderzoekers het idee benaderen zonder vooroordeel.” “Eerst hebben we labproeven uitgevoerd”, legt Wim uit. “In potjes onder geconditioneerde omstandigheden hebben we ammoniakmetingen verricht bij verschillende doseringen. Dan test je of het principe werkt en welke condities of dosering het best zijn.” Daarna volgden de veldproeven. Bert: “We hadden een proefveldbemester gemaakt voor het onderzoeksinstituut Inagro in België en konden deze na overleg iets aanpassen en gebruiken voor de bemestingsproeven. Onze investering zat hem dus vooral in uren, manschappen en wat aanpassingen aan machines.”

In een labopstelling meten we de ammoniakemissie onder geconditioneerde omstandigheden bij verschillende doseringen.
In een labopstelling meten we de ammoniakemissie onder geconditioneerde omstandigheden bij verschillende doseringen.

… naar het veld

In de nazomer zijn eerste test in het veld uitgevoerd om na te gaan of de techniek werkt zoals gedacht, of het een goed technisch werkresultaat oplevert en of er risico is op schade aan zode en gewas. Tegelijkertijd zijn eerste oriënterende veldmetingen uitgevoerd, waarbij de nieuwe techniek is vergeleken met zodenbemesting. “De resultaten zien er goed uit”, laat Wim enthousiast zien. “Geen schade aan de zode of het gewas en een verlaging van de ammoniakemissie richting 50%.” De metingen leverden bovendien informatie op voor kleine aanpassingen in de techniek en vormen de opmaat naar een uitgebreide testfase in het veld op diverse locaties in 2023.

De eerste veldproeven met de innovatieve bemestingstechniek laten een verlaging van de ammoniakemissie richting 50% zien, zonder schade aan de zode of het gewas.
De eerste veldproeven met de innovatieve bemestingstechniek laten een verlaging van de ammoniakemissie richting 50% zien, zonder schade aan de zode of het gewas.

Vertrouwen in innovatie

Komend jaar houden we (meerdere) metingen in drie periodes: voorjaar, zomer, nazomer. “We meten de ammoniakemissie met sensoren op een meter boven de grond, waarbij we rekening houden met invloedsfactoren als regen, wind, temperatuur, etc.”, beschrijft Wim. “Gedurende vier dagen meten we het verschil in ammoniakemissie tussen de nieuwe methode toegepast in verschillende varianten en de huidige methode van zodenbemesting. De werkgroep Meten stelt het precieze meetprotocol vast met deskundigen van diverse instellingen. Dit protocol wordt bij alle in ontwikkeling zijnde technieken toegepast. Na een serie metingen geeft de werkgroep Beoordelen een advies over het resultaat. Bert Ebbekink is positief over de eerste resultaten van de nazomermetingen. “Het geeft vertrouwen om door te gaan met deze ontwikkeling. We gaan nu aan de slag om nog een aantal verbeteringen door te voeren en een prototype te maken met meer capaciteit. Deze kunnen we inzetten voor de metingen, maar ook om aan boeren en loonwerkers te laten zien in demo’s van Bemest op z’n Best.”

Innovatie op de markt

Als het prototype goede, bewezen resultaten oplevert, kan de ondernemer verder met de doorontwikkeling van de innovatie om zelf een praktijkmachine op de markt te brengen. Bemest op z’n Best werkt daarnaast ook aan draagvlak in de sector zegt Wim: “Via onze demo’s stimuleren we boeren en loonwerkers om netjes te werken en de innovaties toe te passen. En natuurlijk koppelen we de resultaten en conclusies van de onderzoeken en innovaties terug naar onze opdrachtgever, het ministerie van LNV.”

Ook jouw idee laten toetsen?

Heb je ook een goed idee om de ammoniakemissie tijdens bemesting te verminderen? Lees dan hier of het idee binnen de kaders van dit programma valt en dien je idee in via het inschrijfformulier. We behandelen alle innovatie-ideeën vertrouwelijk, je blijft zelf eigenaar van het idee en we bespreken in overleg welke ondersteuning jouw innovatie nodig heeft.

Er zijn veel factoren van invloed bij de hoeveelheid ammoniakemissie tijdens bemesting. Denk aan het contactoppervlak van de mest met de lucht, de concentratie van ammonium-N in de mest, de mestdosering in m3/ha, de buitentemperatuur, luchtvochtigheid/neerslag en luchtsnelheid (wind), de zuurgraad (pH) van de mest, grashoogte en de infiltratiesnelheid in de bodem. Daarom zijn veel metingen nodig om een reductiefactor ten opzichte van regulier zodenbemesten vast te stellen.
Er zijn veel factoren van invloed bij de hoeveelheid ammoniakemissie tijdens bemesting. Denk aan het contactoppervlak van de mest met de lucht, de concentratie van ammonium-N in de mest, de mestdosering in m3/ha, de buitentemperatuur, luchtvochtigheid/neerslag en luchtsnelheid (wind), de zuurgraad (pH) van de mest, grashoogte en de infiltratiesnelheid in de bodem. Daarom zijn veel metingen nodig om een reductiefactor ten opzichte van regulier zodenbemesten vast te stellen.