Nieuws

Bemestingsadvies op maat voor (her)inzaai op grasland

Gepubliceerd op
25 augustus 2015

Bemestingsadviezen op grasland zijn gebaseerd op de behoefte van grond en gewas. Vooral de resultaten uit het grondonderzoek zijn daarbij een bepalende factor. Een advies voor nieuw ingezaaid grasland is niet eenvoudig. Want welke laag of welke bodemtoestand moet je nemen als uitgangspunt? Bemonster je voor of na het ploegen of inzaaien? Houdt daarbij rekening of je gras na gras inzaait of juist gras op een voormalige bouwland zaait.

Grasland vernieuwen kan op verschillende manieren:

  • Herinzaaien van bestaand grasland
  • Doorzaaien van bestaand grasland
  • Inzaaien van bouwland

Voor herinzaai van grasland en inzaai van grasland na bouwland is een bemestingsadvies beschikbaar in de bemestingsadviesbasis van de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (CBGV). Veel adviezen zijn de laatste jaren geactualiseerd.

Herinzaai

Voor N is het advies 30 kg N voor de eerste snede na herinzaai. Let wel op of u nog voldoende N ‘in portefeuille’ heeft om aan de gebruiksnorm te voldoen. Als u een N bemesting geeft bij herinzaai is het volgens de regelgeving verplicht een scheurmonster te nemen. Hierin moet in ieder geval het stikstofleverend vermogen (NLV) en de minerale stikstofvoorraad (Nmin) worden bepaald. Neem dit monster zo kort mogelijk voor het bemesten. Lees verder in het advies voor herinzaai.

Inzaai na bouwland

Onder inzaai na bouwland wordt verstaan het inzaaien van grasland in land dat enige jaren achtereen bouwland is geweest. Over het algemeen is in deze situatie weinig N beschikbaar in de bodem voor het nieuwe gras. Een extra startgift met N is dan op zijn plaats. Voor inzaai na bouwland is het advies om 25 kg N/ha extra te geven, bovenop het herinzaai advies, in totaal dus 55 kg N/ha. Lees verder in het advies voor inzaai na bouwland.

Er zijn enkele uitzonderingen:

  • Een ‘lege bouwvoor’ is een goede start voor gras/klaver. De extra gift kan dan beter achterwege blijven zodat klaver zich goed kan vestigen.
  • Als in de voorgaande jaren snijmais is geteeld met dierlijke mest als basisbemesting is de extra gift ook niet nodig. Er is dan voldoende nawerking van de N uit de dierlijke mest.

Bij graslandverbetering is het voor een vlotte groei van het gewas noodzakelijk dat de bemesting na het ploegen en eventuele egalisatie wordt gegeven.  

Andere elementen dan N

  • Indien recent grondonderzoek bekend is kunt u het beste uitgaan van een bodemtoestand die één klasse lager ligt dan het grondonderzoek aangeeft.
  • Indien recent geen grondonderzoek is uitgevoerd, kan vóór het ploegen een monster worden genomen van de laag die na het ploegen de bovenlaag gaat vormen zodat de bemesting hierop afgestemd kan worden.

Voor fosfaat mag die bemesting uitgesteld worden tot volgend voorjaar. Voor kali is het verstandig om die bemesting wel in de nazomer te geven.  

Let Op! Voor het bepalen van de NLV op heringezaaid grasland dient ná het inzaaien een grondmonster genomen te worden van de laag 0-20 cm (niet 0-10 cm) omdat de bodem gekeerd is.

Grasland vernietigen voor herinzaai mag tot 15 september. Op zandgrond- en lössgrond mag het alleen met een ontheffing; de oorzaak moet dan liggen in droogte- of vraatschade. Alles over ontheffingen voor scheuren van grasland vindt u op de site van RVO - grasland scheuren of vernietigen.