Nieuws

Lage N mineralisatie door koude en droge omstandigheden

Gepubliceerd op
13 juli 2015

De afgelopen maanden was het gemiddeld droog en vooral koud. Een heel verschil met vorig jaar toen de temperatuur een stuk hoger lag en de vochtvoorziening een stuk beter was. De grasgroei loopt duidelijk achter en de maïs snakte in de eerste helft van zomer naar warmer weer.

Door het relatief koude weer in combinatie met droge omstandigheden is de stikstofmineralisatie ook lager dan in een gemiddeld jaar. Dat betekent dat er minder N uit de organische stof in de bodem mineraliseert en de organisch gebonden N uit dierlijke mest trager vrij komt. Als de weersomstandigheden niet verbeteren zal de N mineralisatie op jaarbasis lager uitkomen dan gemiddeld. Wordt het binnenkort een periode flink warmer dan kan de bodemtemperatuur gaan stijgen en als de grond niet te droog is dan kan in een korte tijd veel N alsnog mineraliseren, met name de N uit de wat makkelijker afbreekbare organische stof, bijvoorbeeld uit mest.

Bemesting naar weersomstandigheden

Hoe kunt u hierop inspelen? Zolang de grond te droog is voor optimale grasgroei is het verstandig voor lichtere sneden te bemesten, immers de grasgroei wordt niet zozeer beperkt door N tekort als wel door vocht tekort. Als er voldoende neerslag valt (>30 mm) of als u beregend dan is vocht niet zo zeer beperkend. Wordt er echt warm weer voorspelt bemest dan niet te veel kunstmest N want dan is de verwachting dat er een kleine inhaalslag komt qua mineralisatie. Blijft het koel weer (<20 graden Celsius) bemest dan de normale hoeveelheid N.

Meer informatie