Nieuws

Koeien & Kansen ondernemers presteren economisch bovengemiddeld in 2020

Gepubliceerd op
13 december 2021

Ten opzichte van voorgaande jaren was 2020 economisch gezien een lastig jaar voor de melkveehouderij in Nederland. Covid-19 had een negatief effect op de melkprijs, terwijl de kosten hoog waren. Het gemiddelde inkomen van de Koeien & Kansen-bedrijven lag in 2020 boven het landelijke gemiddelde in de melkveehouderij. Het saldo was 1,51 euro per 100 kg melk hoger, het inkomen uit bedrijf lag zelfs 2,65 euro per 100 kg melk hoger.

 De Koeien & Kansen-bedrijven zijn groter en intensiever dan het gemiddelde Nederlandse melkveebedrijf op basis van cijfers uit het Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research. De gemiddelde melkleverantie is met bijna 1,3 miljoen kilo circa 3,5 ton hoger dan het Nederlands gemiddelde. De intensiteit is met 21.000 kilogram melk per hectare voedergewas ruim 4.500 kg hoger dan op het gemiddelde bedrijf. Hiermee is de intensiteit van de Koeien & Kansen-bedrijven gemiddeld iets gedaald, terwijl die van het Nederlandse melkveebedrijven gemiddelde ongeveer gelijk bleef. De totale melkproductie van het Nederlands gemiddelde steeg, terwijl die van de Koeien & Kansen bedrijven gemiddeld gelijk bleef. In 2020 was er wederom sprake van droogte. Niet in alle delen van het land, maar wel in het Oosten en Zuidoosten. Dit leidde voor bedrijven in die regio’s bijvoorbeeld tot extra voer- en/of bewerkingskosten.

Ondanks hogere intensiteit, hoger saldo

Bij de analyse van de boekhoudingen viel op dat de K&K-bedrijven zowel lagere variabele (-0,97 euro per 100 kg melk) als lagere vaste kosten hebben (ook -0,97 euro per 100 kg melk). Binnen de variabele kosten liggen de voerkosten met 11,96 euro per 100 kg melk net iets onder het Nederlands gemiddelde (-0,13 euro). Een prima resultaat, want een kenmerk van een hogere intensiteit is vaak dat er meer aankoop van voer nodig is. Dat was gemiddeld dus niet aan de orde voor deze Koeien & Kansen-bedrijven. Daarnaast zijn ook de overige variabele kosten, zoals diergezondheid, veeverbetering & KI, meststoffen en gewasbescherming en mestafzet gemiddeld lager (-0.84 euro per 100 kg melk) in 2020.

Bij de vaste kosten scoren de Koeien & Kansen-ondernemers ook iets beter op de meeste kostenposten, zoals machines & werktuigen (-0,46 euro), grond & gebouwen (-0,28 euro) en betaalde arbeid (-0,37 euro). De loonwerkkosten zijn wel hoger (+0,50 euro). Deze onderneemers betalen ook net iets meer rente (+0.05 euro), door meer vreemd vermogen per kg melk.

Hoger inkomen uit het bedrijf

De opbrengsten uit de rundveehouderij waren ook ruim een halve cent hoger dan het Nederlands gemiddelde. Dit komt door de gemiddeld hogere melkprijs. Een aantal veehouders levert melk aan deelstromen met een hogere melkprijs (zoals ‘on the way to planet proof’, AH duurzaamheidsprogramma en biologische melk). Waarschijnlijk is het aandeel melkveehouders binnen Koeien & Kansen dat hieraan deelneemt hoger dan het aandeel binnen de gehele groep Nederlandse melkveehouders. Samen met de lagere variabele kosten en de lagere vaste kosten was het inkomen uit het bedrijf in totaal uiteindelijk 2,65 euro per 100 kg melk hoger dan het Nederlands gemiddelde in 2020.

Door het verschil in bedrijfsomvang is het verschil op bedrijfsniveau tussen de Koeien & Kansen-bedrijven en het Nederlands gemiddelde ook aanzienlijk. Gemiddeld was het inkomen uit het bedrijf ruim 40.000 euro hoger. De variatie tussen de Koeien & Kansen-bedrijven is echter groot, net zoals bij de hele groep Nederlandse melkveebedrijven.

Inspireren voor beter economisch resultaat

De Koeien & Kansen veehouders hebben elkaars economische resultaten besproken. Tijdens een workshop wisselden de veehouders tips en strategieën uit om economisch beter te scoren. Genoemd werd bijvoorbeeld selectie op stieren die hoge gehalten in de melk vererven voor meer melkgeld. En investeren in duurzame energie zoals zonnepanelen en windmolens. Dat lijkt fiscaal aantrekkelijk voor boeren met hoge belastingdruk als gevolg van lage afschrijving en hoog inkomen. Voor boeren die andere investeringsplannen hebben, zoals een nieuwe stal, beperkt investeren in duurzame energie echter wel de investeringsruimte op andere vlakken.

Economie nog niet strijdig met sturen op milieuprestatie

Het gemiddelde saldo op de Koeien & Kansen bedrijven was €1,51 per 100 kg melk hoger dan het Nederlands gemiddelde. De voerkosten waren, ondanks een hogere intensiteit, 0,13 euro per 100 kg melk lager dan het Nederlands gemiddelde. Ook de vee- en de gewaskosten waren lager dan het Nederlands gemiddelde. De saldoposten voer, vee en gewas zijn kosten die vaak te maken hebben met milieuthema’s. Bij voeding en bemesting leidt een hogere mineralenefficiëntie tot minder milieubelasting. Een hoge mineralenefficiëntie is vaak ook economisch gunstig. Hierdoor zijn vaak minder kosten nodig voor voer en gewas. Binnen het project Koeien & Kansen is veel aandacht voor milieuthema’s, zoals de benutting van stikstof en fosfaat, eiwit van eigen land, het RE-gehalte van het rantsoen, het stikstofbodemoverschot en benutting van meststoffen in het kader van de BES pilot. Mede door de focus op de genoemde thema’s zijn de kosten beperkt gebleven. Vanaf 2021 ligt de focus scherper op broeikasgasemissies, ammoniakemissie en biodiversiteit. Voor ammoniak en broeikasgassen zijn uitdagende doelen gesteld. Het is nog onduidelijk òf werken met deze uitdagende doelen zonder inkomensverlies kan. Deelnemers in het project Koeien & Kansen proberen het uit en brengen de komende periode de kansen en belemmeringen in beeld.